Er komt veel kijken bij het springen, veel meer dan je zou denken! Het is niet alles rechtdoor en gààn! De hedendaagse parcours zijn zo geëvolueerd dat je rijtechnisch sterk moet staan en je paard zeer soepel en gymnastisch moet rijden om zonder kleerscheuren - of in dit specifieke geval zonder balken aan te tikken - door het parcours moet komen. Hierbij komt heel veel voorbereiding, training en oefening bij kijken, zowel voor de ruiter als voor het paard. Een paard sla je niet zomaar eventjes over de hindernissen heen, als het paard geen vertrouwen heeft in zijn ruiter en de zelfzekerheid mist, zal het enkel fouten maken en iedere fout word aangerekend. Een goed team moet bestaan uit een kundige, gedisciplineerde ruiter en een paard dat graag onder het zadel werkt, zodat, als je paard een fout maakt, de ruiter het kan oplossen en als de ruiter een fout maakt, het paard je een hoefje toesteekt!
Wat bouw je op tijdens de lessen:
RUITER
- werken op een onafhankelijke zit & onafhankelijke hulpen
- nageeflijke hand
- geduld! De ruiter moet leren het paard rustig ondersteunen, veel belonen en positief bekrachtigen
- het voorwaarts/neerwaarts rijden om de paardenrug te stretchen en de lange rugspieren dragend en sterker te maken
- voltes - schouder binnen/buiten - zijgangen
- schakelen: leren voorwaarts en terug rijden tijdens alle gangen, verruimen en verkorten in de gangen
- binnenbeen/buitenteugel: het paard rond het binnenbeen stellen met een begrenzende buitenteugel
- stelling, buiging en rechtrichten
- veel gymnastisch werk en veel schakelen tot het paard en ruiter geheel in ontspanning kunnen samenwerken
- veel cavaletti werk
- galoppassen uitrekenen op het parcours
- parcours verkennen & onthouden
PAARD
- de training opbouwen naar leeftijd, sterkte en uithoudingsvermogen van het paard: veel gymnastisch werk, schakelen, overgangen, buiging/stelling, rechtrichten etc voor het springwerk kan beginnen
- veel cavaletti werk
- dressuurmatig rijden: ontspanning, schakelen, versterken van rug- en buikspieren, volters, voltes, voltes!
- linkerkant en rechterkant gelijkmatig bespieren en soepel maken
- ritme! gelijkmatigheid!
- nageeflijkheid & licht aan de hulpen worden
- werken aan het begrenzen: de begrenzende teugel en beenhulpen
- veel opbouwend werk, kort springwerk: niet overvragen tot het paard te moe is (springen moet een beloning zijn)
- sterke achterhand ontwikkelen: van achter naar voor rijden
- springtechniek ontwikkelen: met grondbalken werken, werken aan zelfzekerheid vh paard, lichtheid aan de hulpen
- het paard trainen onder de ruiter te blijven, enthousiasme goed begeleiden en werken aan gelijkmatig ritme naar de sprong toe
Reactie plaatsen
Reacties
Fantastisch hoe jullie het belang van het rijtechnische bij het springen zo goed in de verf zetten.